Het najaar – van september tot en met november – brengt specifieke uitdagingen met zich mee voor de vruchtbaarheid van zeugen. Factoren zoals kortere dagen, temperatuurschommelingen en veranderend voergedrag kunnen de berigheid en het bevruchtingsresultaat negatief beïnvloeden. Een doordacht dekmanagement is dan ook essentieel om een constante en gezonde biggenproductie te waarborgen.
Kortere daglichturen kunnen de hormonale balans van (vooral jonge) zeugen verstoren, waardoor de berigheid minder duidelijk of onregelmatig wordt. Door kunstlicht te gebruiken (minimaal 16 uur per dag) in de dekstal, kun je dit effect grotendeels ondervangen.
Daarnaast zorgen dalende temperaturen en tocht in de stal voor extra stress. Dit kan de sta-reflex onderdrukken en de embryonale ontwikkeling negatief beïnvloeden. Zorg daarom voor een stabiel stalklimaat met een temperatuur van circa 20–22°C en vermijd tocht, vooral tijdens de dekfase.
In het najaar is berigheid vaak minder zichtbaar. Een goede controle is dan cruciaal. Observeer zeugen minimaal twee keer per dag – bij voorkeur ’s ochtends vroeg en aan het eind van de middag – en gebruik een gezonde, actieve beer voor de detectie. Let op subtiele signalen zoals oorkantelen, vulva-zwelling, sta-reflex en gedragsveranderingen. Een verhoogde lichaamstemperatuur kan ook een aanwijzing zijn.
Een goede planning voorkomt pieken en dalen in de biggenproductie en zorgt voor een optimale benutting van de kraamstalcapaciteit. Maak gebruik van managementsoftware om de status van zeugen, dekdata en verwachte werpdata nauwkeurig bij te houden. Bij twijfel over de berigheid is het verstandiger om extra te controleren dan te vroeg te dekken.
In het najaar is het bewaren en hanteren van sperma extra kritisch. Bewaar sperma bij een constante temperatuur tussen 16–18°C en vermijd temperatuurschommelingen. Controleer altijd de houdbaarheidsdatum en gebruik het direct na uitpakken.
Een goede lichaamsconditie (BCS) vóór het dekken is bepalend voor het succes van de bevruchting en de uiteindelijke toomgrootte. Beoordeel de conditie van de zeug vóór en ná het spenen. Geef na het spenen een aangepaste flushvoeding en eventueel dextrose om de eicelkwaliteit en ovulatie te stimuleren.
Dekmanagement in het najaar vraagt om extra aandacht voor licht, klimaat, voeding en berigheidsdetectie. Door tijdig te anticiperen op seizoensinvloeden, voorkom je vruchtbaarheidsproblemen en blijft je biggenproductie op peil. Goede observatie, betrouwbare registratie en een proactieve aanpak vormen daarbij de sleutel tot succes.
Het varkensteam van CAV Den Ham biedt deskundige tweedelijns begeleiding aan varkenshouders. Dit houdt in dat we ondersteuning bieden bij complexe vraagstukken op het gebied van vruchtbaarheid, gezondheid en management. Daarnaast kunnen wij op maat gemaakte protocollen opstellen, afgestemd op de situatie op uw bedrijf. Zo zorgen we samen voor optimale resultaten en een efficiënte bedrijfsvoering.
CAV Den Ham is een middelgrote zelfstandige mengvoederproducent met een moderne fabriek en eigendom van de gezamenlijke boerenleden.
Samen naar een optimaal rendement!