Ontzettend zuur met boterzuur

9 september 2024

De constant wisselende weersomstandigheden dit jaar vormen een uitdaging om voer broeivrij te houden. Dit brengt het risico met zich mee dat boterzuursporen zich kunnen vermeerderen. Een verhoogde aanwezigheid van boterzuursporen in de melk dreigt daardoor. Hoe zit het ook alweer met boterzuursporen?

Boterzuursporen komen via het voer in de mest terecht en vervolgens op de spenen van koeien, waarna ze tijdens het melkproces in de melk belanden. Boterzuur wordt geproduceerd door verschillende soorten boterzuurbacteriën, die melkzuur omzetten in boterzuur en diverse gassen. Dit proces vergt veel energie en een hoog boterzuurgehalte betekent dan ook veel voederwaardeverlies, soms wel tot 50 procent. Daarnaast zorgt de geur ervoor dat het vee minder voer opneemt.

De sporen zijn bacteriën in een soort rusttoestand die erg goed bestand zijn tegen droogte, hitte en andere extreme omstandigheden. Op die manier kunnen ze jaren overleven en onder gunstige omstandigheden weer ontkiemen tot schadelijke bacteriën. Via strooisel, mest, maar vooral door slecht kuilvoer kunnen boterzuurbacteriën en -sporen in de melk terechtkomen. In tegenstelling tot boterzuurbacteriën, overleven de sporen de pasteurisatie van de melk. Ze kunnen een afwijkende smaak en geur veroorzaken en problemen geven bij de kaasbereiding.

Boterzuurbacteriën krijgen een kans wanneer kuilen niet snel genoeg stabiel worden, vaak doordat ze slecht zijn aangereden. Ook in nattere kuilen komt boterzuur vaker voor, omdat de pH naar ongeveer 4 moet dalen om stabiel te worden. Dit proces kost de melkzuurbacteriën veel energie en tijd, waardoor de verkeerde bacteriën hun kans grijpen. Bij een verhoogd ruwasgehalte neemt de kans op boterzuur snel toe!

Vaak wordt gedacht dat graskuilen het grootste risico vormen. Tegen de verwachting in is maïskuil de meest voorkomende besmettingsbron op een bedrijf. Omdat het product sterk en snel verzuurt, wordt maïs vaak niet gezien als een risicofactor. Een zurenanalyse toont zelden een hoog boterzuurgehalte aan. Onderzoek heeft echter aangetoond dat boterzuurafwijkingen in de melk in ruim 60% van de gevallen afkomstig zijn van maïs. Hierbij gaat het vooral om kuilen met zichtbare broei- of schimmelplekken.

Tips:

  • Werk hygiënisch in zowel de melkstal als tijdens het schoonmaken van de boxen. Maak op vochtige dagen de boxen een keer extra schoon.
  • Zorg voor een voldoende voersnelheid (1,5 m/week) met een vlak snijvlak.
  • Verwijder slechte plekken in de kuil.
  • Zorg dat de roosters goed schoon zijn, laat waar mogelijk de mestschuif/robot een keer extra schuiven.
  • Scheer de uiers en flanken van de koeien.
  • Vaak gaat het om kuilen met hoge opbrengsten per hectare, waarbij het inkuilen snel is gegaan. Hierdoor staat het aanrijden vaak onder druk. Neem dus de tijd en gebruik extra gewicht om de kuil goed vast te rijden.
  • Zorg voor een schone en droge sleufsilo en aanrijroute.
  • Dek de kuilen direct na het inkuilen af.
  • Kuilen met minder dan 35% droge stof zijn gevoeliger voor boterzuur, gebruik daarom een inkuilmiddel.
  • Controleer wekelijks de kuilen op beschadigingen, bijvoorbeeld door ongedierte.
  • Zorg voor een laag ruwasgehalte in de kuil, bijvoorbeeld door mollen te bestrijden en de hooibouwmachines goed af te stellen.
  • Verlaag, indien mogelijk, het aandeel besmette kuil in het rantsoen voor melkgevende dieren.

Herkent u het probleem van boterzuur in uw kuilen? Neem dan contact met ons op. Wij helpen u graag met het inkuilmanagement en hebben nog meer tips!

CAV Den Ham is een middelgrote zelfstandige mengvoederproducent met een moderne fabriek en eigendom van de gezamenlijke boerenleden.

Samen naar een optimaal rendement!